Oke, stiekem vind ik het best wel eng om hier over te schrijven. Maar voor mijn zwangerschap woog ik 48kg bij een lengte van 1.73m. Please, nu niet meteen oordelen! Want niet iedereen met een maatje minder kan hier iets aan doen. Wat jammer genoeg vaak wel gedacht en zelfs hardop gezegd wordt.
Ik heb me dan ook mateloos geërgerd aan de “hype” die een tijdje geleden leek te zijn ontstaan. Die “hype” om super slanke modellen en tevens normale slanke vrouwen af te kraken tot op het bot… Tot op het bot ja! Er werd geschreven dat het er niet uit ziet als je zo mager bent. Het zou zelfs vies en ranzig zijn. Meteen wordt er vanuit gegaan dat deze dames nooit iets eten. Hooguit een blaadje sla per dag. Om die vervolgens ook nog eens uit te kotsen. Zij zouden massaal aan de vette hap moeten. En als klap op de vuurpijl… Het zouden geen echte vrouwen genoemd mogen worden. Want die hebben namelijk rondingen. Ik walgde er van. Wat een niveau.
Ik ben altijd al zo’n springert geweest en heb er op de basisschool eigenlijk nooit echt problemen mee gehad. Maar vanaf de middelbare school, een jaar of 12, heb ik wekelijks de meest gemene opmerkingen naar m’n hoofd geslingerd gekregen. Van ‘Anorexiapatiënt’ tot ‘Zakje vol met botjes’. Waar dat laatste op sloeg? Ik heb geen idee. Maar origineel was het zeker. Zulke opmerkingen doen pijn, heel erg pijn. Zeker als je weet dat dit nu eenmaal je bouw is en je er niks aan kunt doen dat je zo super slank bent. Natuurlijk zag ik zelf ook wel dat ik niet de dikste was, maar mager of uitgehongerd… Zo zag ik er nou ook weer niet uit. Althans, dat vond ik zelf. Vaak werden die gemene dingen geroepen door meiden van mijn eigen leeftijd. Heel af en toe zat er een “stoere jongen” tussen die meende er wat van te mogen zeggen. Mijn ouders en vriendinnen steunde mij gelukkig erg goed en hielden het op pure jaloezie. Natuurlijk geloofde ik dat niet helemaal, want ik werd er behoorlijk onzeker van. Maar het hielp me er altijd wel weer even doorheen en ik probeerde er maar om te lachen. Losers!
“Ik was een jaar of 16. Mijn mentrix nam me apart en vroeg: ‘Kelly, kan het zijn dat jij een eetstoornis hebt?’ Ik wist niet wat ik hoorde. Ik heb gejankt als een klein kind. Het brak m’n hart.”
Tot die ene dag. Ik was een jaar of 16. Mijn mentrix nam me apart voor een evaluatie gesprek. Gewoon op de gang, hangend tegen een vensterbank. Wat op zich al vreemd genoeg was. ‘Hoe gaat het op school, Kelly?’, ‘Heb je het naar je zin, Kelly?’, ‘Hoe sta je er voor…’. En ga zo maar door. Tot daar aan toe redelijk normale vragen. Maar ineens, uit het niets, kwam die vreselijke vraag die ik nooit zal vergeten… ‘Kelly, kan het zijn dat jij een eetstoornis hebt?’ *KLATS, BOEM.. Smack in the face!* Ik wist niet wat ik hoorde. Die vrouw is niet lekker! Door mijn hoofd gingen ineens honderden gedachten en gilde ik het uit van frustratie en verdriet, maar het bleef stil. Ik wilde zoveel zeggen en haar het liefst regelrecht, vanaf de eerste verdieping, het raam uit mieteren. Maar het enige wat ik nog uit kon brengen was een stom verbaasde: ‘Uh… nee’. Had eerst eens geïnformeerd bij mijn vriendinnen of zij van iets wisten. Had andere leraren gevraagd om mij een beetje in de gaten te houden. Of had mijn ouders gebeld om te melden dat je je zorgen maakt. Maar had dit niet gedaan! Niet zo! Ik heb gejankt als een klein kind. Het brak m’n hart.
Ik werd zo onzeker door dit alles dat ik dat het op een gegeven moment bijna een soort obsessie voor me werd. Vaak genoeg heb ik bijna letterlijk in mijn broek geplast omdat ik niet naar de wc durfde te gaan op bijvoorbeeld een verjaardag of laat staan een etentje. Want sjah, ‘die zullen ook wel denken dat ik de hele handel weer uit kost’, dacht ik dan. Pas wanneer ik de druppels urine beknepen m’n broek in voelde lopen, trok ik een sprintje naar het toilet. Om vervolgens daar zo snel mogelijk mijn ding te doen en me terug te haasten naar mijn gezelschap. Dit om maar weer te bewijzen dat ik geen vinger in m’n keel had gestoken. ‘Echt niet hoor! Kijk maar’… en hop daar propte ik snel weer wat m’n mond in terwijl ik eigenlijk bomvol zat. Waardoor ik uiteindelijk nog echte braakneigingen kreeg! Ik ben, vaak na schooltijd, kilo’s chips gaan weg werken. Elke avond at ik een groot bord vol met warme melk, beschuit en een laag suiker. De zakken Haribo snoep waren niet meer veilig bij mij in de buurt en ik deed bij wijze van spreken nog slagroom op een Bossche bol. Alles om maar een beetje aan te komen. Maar niets hielp.
Tijdens mijn zwangerschap ben ik ruim 12 kilo aangekomen. Waarschijnlijk nog iets meer want ik heb me voor het laatst gewogen rond de 34 weken, geloof ik. Ik vond het prima. Een heerlijk bolle toeter en overal wat voller. Het stond me goed al zeg ik het zelf. Het enige wat me wel stoorde waren mijn benen. Heel langzaam aan zag ik putten verschijnen op plekken waar ik ze nog niet eerder was tegen gekomen. Maar goed, ik was zwanger. Dan kan dat. ‘Verdwijnt straks vast wel weer’, dacht ik…
Grapje dus! Ze zitten er nog steeds hoor… Kraters waar ze op Mars nog jaloers op zullen zijn. En verdwijnen doen ze niet. Niet vanzelf in ieder geval. Net zo min als dat buikje wat maar niet weg wil gaan. Het is logisch dat dit tijd nodig heeft na maanden lang rond gelopen te hebben als skippybal op pootjes. Maar ik had stiekem gehoopt dat ik nu inmiddels toch wel weer een redelijk strakke buik terug zou hebben. Voorheen was m’n buik namelijk zo plat dat het leek alsof ik hele dagen in de sportschool hing. Wat niet zo was. Ik deed er eigenlijk vrij weinig voor.
“Mijn vriend kwam met het idee om voor het eerst met de kleine te gaan zwemmen. Spontaan brak het angstzweet uit, ‘Zwemmen?… Dat is in bikini toch?…’ Ik gaf hem één blik en hij wist genoeg. ‘Stel je niet aan.”
Wat er met m’n billen is gebeurd is me ook een raadsel. Je kunt er geen potlood, maar een heel etui onder verschuilen! En mijn borsten zijn na het stoppen van de borstvoeding van formaat ‘Pamela A.’ veranderd in een cup A. Nouja… niet echt, maar zo voelt het wel. Mijn God, wat een verschil! Verder is mijn hele lichaam na de bevalling wel wat voller gebleven. Dat vind ik niet eens zo heel erg, op mijn buik en die puttenbende in mijn benen na, maar ik baal wel van die hele kledingkast vol met broeken en rokjes waarvan ik de knoop never nooit meer dicht krijg of die ik überhaupt niet verder dan m’n heupen meer krijg opgetrokken. Tijd of puf om te sporten heb ik nog niet gehad (lees; huilbaby). Dat was tot nu toe verder geen probleem, want het is nog hartje winter en ik kan mijn onzekerheden goed verbergen onder m’n kleding. Maar toen mijn vriend een paar weken terug op een vrijdagavond op het briljante idee kwam om de volgende dag voor het eerst met de kleine te gaan zwemmen, brak me spontaan het angstzweet uit, ‘Zwemmen?… Dat is in bikini toch?…’ Ik gaf hem één blik en hij wist genoeg. ‘Stel je niet aan. Je gaat gewoon mee!’, riep hij. Ik had me nog zo voorgenomen om geen enkel zwembad binnen te lopen voordat ik een zwaar corrigerend badpak aangeschaft had. Of, liever nog, een burkini. Maar die vlieger ging nu niet op. Stoer dat ik was, besloot ik toch gewoon mee te gaan. Voor mijn zoontje. Die avond heb ik al mijn bikini’s uit de kast getrokken om te zien of er überhaupt nog één paste. Ik schrok me het leplazerus. ‘Dat is mijn lijf niet… Zo kan ik me toch niet vertonen!’
De volgende ochtend ben ik als een idioot buik, been en bilspieroefeningen gaan doen. In de hoop dat ik na die 5 minuten (want langer hield ik het niet vol) er uit zag alsof ik zo de catwalk van de Victoria Secret Show op kon. Maar niets was minder waar. Met lood in m’n schoenen vertrokken we naar het zwembad. Eenmaal omgekleed wist ik niet hoe snel ik mijn zoontje vast moest pakken. ‘Ik houd hem wel vast’, zei ik tegen m’n vriend. ‘Dan zien ze in ieder geval mijn buik niet’, dacht ik nog. Eenmaal uit de kleedhokjes richting het bad had ik natuurlijk het gevoel dat iedereen me bekeek. Dit keer niet omdat ik zo mager was, zoals vroeger. Maar juist omdat ik me zo pafferig voelde. Snel liep ik het water in. Daar was ik veilig.
Heerlijk lag ik te dobberen met mijn kind in m’n armen en m’n vriend gezellig naast me. Even dacht ik niet aan dat lijf wat ik de vorige avond bijna niet meer herkende in de spiegel, toen ik ineens uit het water een invalide stoel zag komen rijden. Met daar in een man van middelbare leeftijd. Hij was zwaar lichamelijk en ook geestelijk gehandicapt. Maar hij had de grootste lol. Ineens voelde ik me zo naar worden van binnen. De tranen schoten me in de ogen. ‘Wat ben ík een ongelofelijk stomme trut zeg!’ Ik schaamde me kapot. Maar dit keer niet om hoe ik er uit zag…
Ik heet nou eenmaal geen Doutzen Kroes (balen voor mijn vriend!). Ik heb geen personal trainer waarmee ik elke dag uren de sportschool in kan duiken. En ja, mijn zwangerschap heeft z’n sporen achter gelaten in de vorm van een buikje en minder strakke benen. Maar ik heb tenminste benen. Gezonde benen. En een gezond lichaam wat een gezond kindje heeft gedragen en gebaard. Ik loop zo vaak te mekkeren over alles wat ik niet goed vind aan mezelf, dat ik te snel vergeet hoe gezegend ik eigenlijk ben. Ik heb mezelf dan ook voorgenomen om vanaf nu écht van mezelf te gaan houden zoals ik ben. En eindelijk eens tevreden te zijn. Iedereen is mooi op zijn of haar eigen manier. Mijn ogen zijn geopend… Dit alles dankzij de invalide man in het zwembad. Want jeetje, wat vond ik jou prachtig met je positieve uitstraling en die glimlach van oor tot oor!
Laatste berichten van Mama Kelly (toon alles)
- Mama Kelly: De pijn tijdens mijn bevalling. Pijn? Het was niet te doen, wreed en zelfs onmenselijk! - 3 april 2019
- Mama Kelly: Review LCEE. Een hip, stoer en uniek kledingmerk met mooie fijne stoffen - 24 januari 2017
- Mama Kelly: Review LCEE. Wat een gaaf merk. Stoer, hip en chic! - 11 december 2016
2 Reacties