Een aantal weken geleden kwam tijdens de zwangerschapsyoga ter sprake: Wat is je grootste angst ten opzichte van de zwangerschap, de bevalling of de zorg voor een baby’tje? Datgene waar ik me, sinds ik voor de tweede keer zwanger ben, veel mee bezighoud.
Ons geluk kon niet op toen er een duidelijke + op het schermpje verscheen. Maar tegelijkertijd dacht ik, oh jee, die bevalling… Mijn eerste zwangerschap verliep perfect, mijn eerste bevalling daarentegen dramatisch. Ik heb bijna alle mogelijke complicaties gehad, behalve een spoedkeizersnede is me uiteindelijk bespaard gebleven.
“Mijn vriend heeft urenlang machteloos moeten toekijken.”
Nog steeds vraag ik me regelmatig af of dat niet een betere optie was geweest. Al vond de gynaecoloog destijds van niet. Mijn bevalling begon met het breken van de vliezen en vanaf die tijd heeft het 43 uur geduurd voordat mijn kindje ter wereld kwam. Het waren 43 hele lange uren. Niet alleen voor mij, maar ook voor mijn vriend. Hij heeft urenlang machteloos moeten toekijken hoe zijn vriendin en kind uit alle macht probeerden om levend en gezond uit de strijd, die bevalling heet, te komen.
“Ik heb lange tijd gewenst dat ik nooit aan een kind was begonnen.”
Ik kan me nog goed herinneren hoe zijn gezicht op den duur vertrok – hij was lijkbleek – en de verpleegster zei: “Ga hier maar snel zitten”, want het had niet veel gescheeld of hij was onderuit gegaan. Er wordt vaak gezegd: “Ach, die bevalling ben je zo weer vergeten. Je krijgt er zoiets moois voor terug, daar heb je alles voor over gehad!” Voor sommige vrouwen – en mannen, want voor hen is het net zo goed een hele ingrijpende gebeurtenis – geldt dit misschien, maar ik kan mijn bevalling nog tot in de detail beschrijven, ook al is het inmiddels bijna 2 jaar geleden. Een hel vond ik het en ik heb lange tijd gewenst dat ik nooit aan een kind was begonnen. Maar daarvoor uitkomen is haast taboe. Tenminste, zo voelde ik dat, want ik had er inderdaad een prachtbaby voor teruggekregen en moest toch blijer zijn dan ooit? Dit was toch wat ik altijd al had gewild? Maar niets was minder waar. Wat moest ik aan hem wennen, dat kleine wezentje dat ik nog niet kende.
“Het had net zo goed de baby van iemand anders kunnen zijn.”
In het logboek dat de verpleging tijdens de bevalling bijhield, stond: “Mevrouw is slecht te motiveren”. Ja inderdaad, ik kon niet meer. Na de bevalling bleef ook nog de placenta achter en verloor ik te veel bloed, dus moest ik naar de OK. Op dat moment kon me dat niets schelen. Eindelijk even rust, dacht ik. Achteraf kijk ik daar met gemengde gevoelens op terug. Want toen ik mijn baby pas na uren te zien kreeg, was hij al helemaal schoon en aangekleed en lag hij in een wiegje te slapen. Het besef dat dit mannetje daadwerkelijk mijn zoon was, had ik nauwelijks. Het had net zo goed de baby van iemand anders kunnen zijn.
Ook de periode na de bevalling was verre van hoe ik had gedacht dat het zou zijn. Ons zoontje heeft het moeilijk gehad vanwege de bevalling, had reflux en kon niet goed drinken. Hij huilde veel en sliep weinig. Ik kolfde me suf, huilde ook veel en sliep net zo weinig. Ik had het moeilijk, zowel fysiek als psychisch, want dit was niet wat ik van me van het moederschap had voorgesteld. Die blauwe wolk was ver te zoeken. Maar de borstvoeding zou slagen, want ik wilde koste wat het kost borstvoeding geven.
“Ik voelde me ontzettend gezegend met zo’n prachtzoon!”
Achteraf besef ik, dat ik het mezelf daarmee nog moeilijker heb gemaakt. Ik ben er te ver in doorgeslagen, omdat ik zo graag wilde dat dit wél zou lukken. Mijn heel ideaalplaatje van het krijgen van een baby was al mislukt, dus de borstvoeding zou slagen! Ik heb doorgezet en het is me gelukt. Na 6 maanden kon ons kleine ventje ineens zelf uit de borst drinken en duurden de voedingen 15 minuten in plaats van 1,5 tot 2 uur. Ook fysiek ging het steeds beter met hem. Na 7 maanden sliep hij ’s nachts door en dat betekende voor papa en mama ineens veel meer slaap. De dagen werden steeds leuker, doordat ons mannetje zich eindelijk beter voelde en ook ik knapte zo veel meer op. De dag waarop we het eerste kaarsje uitbliezen, met mijn zoon drinkend uit mijn borst, rolden er een paar tranen over mijn wangen. Van blijdschap. Ik voelde me eindelijk weer mezelf en ontzettend gezegend met zo’n prachtzoon!
Onze wens voor nog een kindje ontstond vrij snel daarna. Die wens was groter dan de angst voor nog zo’n horrorbevalling en een moeilijk eerste jaar. Nu vind ik het heerlijk om fulltime voor mijn mannetje te zorgen en ik wilde dan ook niets liever dan nog een kindje. Inmiddels ben ik 22 weken zwanger van een tweede jongetje. Blijdschap overheerst, maar tussendoor sluipt de angst voor de steeds naderende bevalling…
Continu vraag ik me af wat wijsheid is. Bij voorbaat kiezen voor een keizersnede of toch gaan voor een natuurlijke bevalling met het risico dat er weer zoiets kan gebeuren? Ik weet het, een tweede bevalling gaat in de meeste gevallen gemakkelijker en werkelijk iedereen vertelt me dat, maar vanwege een smal bekken loop ik het risico dat mijn baby er niet op de natuurlijke manier uit kan komen als hij iets groter is dan gemiddeld. Maar ook naar een keizersnede kijk ik zeker niet uit. De angst voor een keizersnede, die ik de eerste keer wel had, heb ik gelukkig niet meer. Maar het blijft een operatie met een lang herstel en het idee dat ik mijn kindje weer niet direct bij me heb, maakt me wél angstig. Wat als ik me opnieuw niet goed kan hechten?
Ik heb me zo lang zo schuldig gevoeld, dat wil ik niet nog een keer meemaken. Het stelt me enigszins gerust dat ik meerdere groei-echo ‘s krijg. Ons kleintje ligt op dit moment met zijn groei net iets boven het gemiddelde, maar dat kan natuurlijk nog alle kanten op de komende tijd. Vooralsnog is het dus afwachten en genieten van het fijne en vele getrappel in mijn buik. Ik ben blij dat ik dat gelukzalige gevoel, wat volgens mij elke zwangere vrouw heeft, ook nu weer heb en ik ben weer net zo bezig met het creëren van het perfecte babykamertje als toen. De spulletjes die we nog missen, heb ik zelfs al bijna allemaal aangeschaft. Dat voelt fijn en ik kijk uit naar het moment dat ik mijn kleine mannetje in mijn armen kan nemen. Direct na de bevalling, dat dan wel.
“We wilden zo graag nog een kindje en dat kindje is op komst!”
Onbevangen zoals de eerste keer ben ik niet meer. Daarvoor was mijn ervaring te heftig. Maar ik besef wel, dat de ene bevalling de andere niet is en dat geldt zeker ook voor een baby. Door de babyboom om ons heen, zie ik dat het anders kan. Bovendien, erger dan toen kan het niet worden toch? 😉 Ook weet ik nu, dat het opgroeien van een baby/dreumes/peuter in fases gaat en fases gaan voorbij. Uiteindelijk ben ik blij dat wij ons niet hebben laten leiden door angst voor wat er misschien komen gaat. We wilden zo graag nog een kindje en dat kindje is op komst! We houden onszelf voor, dat we nu meer ervaren en zekerder zijn. We zijn al gewend aan het ouderschap en kijken enorm uit naar nog zo’n heerlijk mannetje binnen ons gezin. Want wat voelen we ons rijk, nu al, en zeker als ons tweede mannetje straks gezond en wel ter wereld komt!
Laatste berichten van Mama Leonie (toon alles)
- Mama Leonie: Stoppen met werken na de zwangerschap. Dat ik geen werk meer had, was eigenlijk meer een geluk bij een ongeluk… - 5 februari 2018
- Mama Leonie: Ik denk nog vaak terug aan mijn eerste bevalling. Hoe moeizaam de bevalling ging, en het zware eerste jaar… - 18 december 2018
- Mama Leonie: Op vakantie naar de camping met een baby en peuterpuber is hard werken! - 6 september 2017
11 Reacties