De meest gestelde vragen voor de kraamzorg + de antwoorden

Een kraamverzorgende komt als geroepen tijdens de kraamtijd. Zeker als je voor het eerst een kindje krijgt. De kraamverzorgende legt uit, laat zien en neemt dingen voor je uit handen. Welke vragen worden het meest aan de kraamverzorgende gesteld? Lees deze vragen voor kraamzorg mét de antwoorden van kraamverzorgende Carin de Baar.

Kraamverzorgende Carin de Baar zit inmiddels 25 jaar in het vak. Ze heeft heel wat moeders én vaders geholpen bij de verzorging van hun pasgeboren baby. “Zeker als ouders hun eerste kindje krijgen, hebben ze veel vragen voor de kraamzorg,” zegt Carin de Baar. “Vragen gaan meestal over de basisverzorging, zoals het kindje voeden.”

1. Hoe verschoon ik een luier?

Eén van de eerste vragen die een kraamverzorgende krijgt van zowel mama’s als papa’s is hoe je een luier verschoont. Carin de Baar antwoordt: “Dit is een vraag, die we beantwoorden door het voor te doen, terwijl we uitleggen wat we doen en waarom. Mama’s en papa’s doen het vervolgens na en leren het zo in no-time.” Wil je jezelf toch even inlezen over luiers verschonen? Lees dan de blog ‘Luiers verschonen in 10 snelle stappen’.

2. Hoe leg ik hem/haar (veilig) in het bedje?

“Als je een baby in een bedje legt, is het vooral belangrijk dat het baby’tje veilig in het bedje komt te liggen. Je legt hem of haar erin en maakt het bedje ‘kort’ op. Dit betekent dat het kindje onderaan in het bedje komt te slapen en alles strak wordt ingestopt. Het kindje ligt met de voetjes bijna tegen het voeteneind van het bedje, zodat hij of zij niet onder de dekens kan schuiven. Leg een pasgeboren baby voor de veiligheid altijd op het ruggetje. Na iedere voeding leg je het hoofdje afgewisseld op de linker- en rechterzijde. Het hoofdje is in het begin namelijk nog kwetsbaar en zo voorkom je scheefgroei van het hoofdje.”

“Borstvoeding krijg je het best op gang door om de twee tot drie uur borstvoeding te geven. Werkt dit niet voldoende, dan kun je het extra stimuleren door te kolven.”

 

3. Hoe gebruik ik een kruik?

“Omdat het lichaampje van een pasgeboren baby zichzelf nog niet zo goed op temperatuur kan houden, ondersteun je de baby hierbij met kruikjes in het bedje, de wieg en/of de wandelwagen. Dat is belangrijk, want een goeie temperatuur stimuleert de behoefte om te drinken en daardoor kan het kindje beter groeien.” Hoe je weet dat de temperatuur goed is? “Door dit regelmatig rectaal te temperaturen. Een kruik kun je gebruiken als de baby een lichaamstemperatuur heeft van 36,7 graden Celsius of minder. De kruik leg je 15 tot 30 minuten voor je kindje in het bedje, de wieg of wandelwagen, om voor te verwarmen. Leg je het kindje vervolgens in het bedje? Dan schuif je het kruikje door naar beneden. Veilig op twee doeken onder het lakentje en dekentjes.”

4. Hoe geef ik borstvoeding en hoe stimuleer ik dat?

Wil je het kindje borstvoeding geven? Dan zijn er allerlei richtlijnen om het kindje goed aan de borst te leggen. “Dit leggen we net als een luier verschonen ter plaatse uit, zodat we het kunnen laten zien en kunnen oefenen. Borstvoeding krijg je het best op gang door om de twee tot drie uur borstvoeding te geven. Werkt dit niet voldoende, dan kun je het extra stimuleren door te kolven. Het kindje aan de borst leggen werkt echter meestal het best. Aanstaande ouders kunnen hier ook info over krijgen via de verloskundige of via infoavonden die hier speciaal voor worden gegeven.”

5. Wat kan ik doen als m’n kindje last heeft van krampjes?

“De darmpjes van baby’s zijn nog niets gewend. Ze hebben in de baarmoeder immers niets binnengekregen. Baby’s krijgen daarom vaak last van krampjes, als reactie op voeding en onrijpheid. Bij flesvoeding raden we aan om niet teveel te geven. Moedermelk wordt over het algemeen gemakkelijker opgenomen. Toch zijn krampjes niet te voorkomen en krijgen baby’s hier meestal rond de 4de of 5de dag last van. Het enige dat je kunt doen is het je kindje comfortabeler maken, met bepaalde houdingen, warmte, rust en regelmaat. In uitzonderlijke gevallen kunnen in overleg met de verloskundige druppeltjes voor de krampjes worden voorgeschreven.”

6. Wanneer kan het kindje naar buiten?

“Kort gezegd zijn hier twee regels voor: het kindje kan zichzelf redelijk op temperatuur houden én het kindje is weer op zijn of haar geboortegewicht. Baby’s vallen de eerste dagen meestal eerst af voor ze goed beginnen te groeien. Als ze nog niet op gewicht zijn en/of zichzelf nog niet op temperatuur kunnen houden, dan is hun energie noodzakelijker voor het drinken en groeien. Naar buiten gaan, kun je dan beter even uitstellen, ook al wil je snel met je kleintje gaan pronken, wat heel begrijpelijk is!”

Heb jij vragen over de kraamzorg? Stel ze hieronder en krijg antwoord op je vraag!