Connect
To Top

Mama Laura: Na mijn bevalling 9 dagen in het ziekenhuis, ik was lichamelijk en geestelijk gesloopt…

Zoals je in mijn vorige blog kon lezen beviel ik in het ziekenhuis. Na mijn bevalling bleven we nog een extra nachtje in het ziekenhuis. Gelukkig mocht Christiaan ook blijven. We werden naar een andere kamer verhuisd. Omdat Isabella haar sleutelbeentje gebroken was, moesten we een manier bedenken om haar arm te ondersteunen. Bij zo een klein meisje kan er natuurlijk geen mitella gebruikt worden. Omdat ze 3+3 weken te vroeg geboren was, was ze een prematuur.

mama laura terug naar het ziekenhuis

Een prematuur

De verloskundige vertelde bij de liggingsecho en controle dat we een groot kind zouden krijgen, zeker 9 pond. Misschien kan je dan beter begrijpen dat ik het moeilijk vond om een keuze te maken voor een stuitbevalling. Ook zou ze een “groter” hoofdje hebben. Dit omdat haar hoofdje niet naar beneden lag en dus niet indaalde, had haar hoofdje nog alle ruimte om door te groeien.

Ik kon me geen voorstelling maken hoe mijn bevalling dan zou gaan, ja, ik had wel een idee… Het zou er niet rooskleurig uitzien. Dit was allemaal niet het geval, nu was ze een prematuur. Alle kleertjes die we gekocht hadden waren te groot. Maat 44 werd nog even snel gekocht. Een veiligheidsspelt werd via het mouwtje aan het rompertje vast gemaakt, zo werd een mitella nagemaakt. Dit was een goede oplossing. Onze kleine meid werd ontlast en had geen pijn op deze manier.

“Onze eerste nacht alleen was heftig.”


Naar huis

We werden de volgende ochtend ontslagen uit het ziekenhuis en we mochten naar huis! Ook kregen we nog even een spoedcursus hoe en wat we moesten doen. Ons werd aangeraden dat niemand, behalve wij, haar vast mochten houden. Wij wisten waar haar breuk zat en hoe we met haar om moesten gaan. De kraamhulp werd gebeld en Christiaan vertelde over Isabella haar situatie.

De kraamhulp kwam direct langs en was een kleine wervelwind. Ons huis is nog nooit zo schoon geweest. Christiaan regelde nog snel spullen zoals een droger, een huur kolfapparaat, boodschappen en hij hielp mij douchen en aankleden. Vanwege Isabella haar breuk deden we haar niet in bad, maar verschoonde we haar met een washandje.

Onze eerste nacht alleen

Onze eerste nacht alleen was heftig. Ze lag in een wiegje naast mij. In het ziekenhuis lag ze in een plexiglas wiegje, deze miste ik. Daarin lag ze op de perfecte hoogte en ik kon haar direct zien. Nu moest ik over het wiegje heen buigen om haar te zien. Ik heb wel geslapen, ik was natuurlijk helemaal gesloopt. De wekker was gezet voor de voeding. Christiaan en ik gingen samen naar beneden, hij ging haar voeden en ik ging kolven.

De volgende dag vond de kraamhulp dat Isabella er geel uitzag en ze vroeg of wij het goed vonden of de verloskundige langs kwam. Natuurlijk vonden we dat goed. De verloskundige kwam langs en vond het nog wel meevallen, we moesten nog een dag afwachten. ‘Als jullie het willen, bel ik morgenochtend direct weer. Ik vind dat haar bloed geprikt en gecontroleerd moet worden’ zei de kraamhulp zodra de verloskundige vertrokken was. Ook dit vonden wij goed, ook al vonden wij Isabella helemaal niet geel.

mama laura terug naar het ziekenhuis

Terug naar het ziekenhuis

De volgende ochtend vond ik Isabella er wel geel uitzien. De kraamhulp kwam en ik vertelde haar gelijk dat ik wilde dat ze de verloskundige belde. Uiteindelijk kwam er iemand van het laboratorium om haar bloed te prikken. Ik vond het vreselijk om te zien, het bloed werd uit haar voetje gedrukt. Van de bloedtesten die in het ziekenhuis werden gedaan, na de bevalling, heb ik helemaal niets meegekregen.

We zouden de uitslag voor 12:00 uur krijgen, maar dat was niet zo. De kraamhulp belde de verloskundige. Vanwege drukte was het er nog niet van gekomen. Daar werd ik chagrijnig van. Ik vond dat ze een lakse houding had. Gelukkig ging de kraamhulp er achteraan en dat vond ik ontzettend fijn. Ik had daar zelf de energie niet voor. De verloskundige kwam langs en vertelde dat de bloedwaarde van Isabella iets aan de hoge kant was, dus we moesten terug naar het ziekenhuis.

“Ik moest huilen toen ik weer mijn spullen moest inpakken.”

De paniek sloeg toe

Van de kraamweek kan ik me niet meer veel herinneren, het waren maar 2 of 3 dagen. Ik weet nog wel dat ik moest huilen toen ik hoorde dat ik weer mijn spullen moest inpakken. ‘Je zal waarschijnlijk een paar dagen moeten blijven met Isabella’ zei de kraamhulp. Ik keek Christiaan aan. Nee, niet terug, dacht ik. ‘Ga er maar niet van uit dat Christiaan ook mag blijven, daar zijn de kamers meestal te klein voor’. Toen dat gezegd werd, hield ik het niet meer. Hoe kan ik dit nou in mijn eentje gaan doen? Ik ben net bevallen en dan moet ik ook nog alleen in het ziekenhuis blijven? Dat wil ik niet en dat kan ik niet! Ik heb Christiaan nodig! De paniek sloeg toe. We waren onderweg naar het ziekenhuis en ik kon alleen maar huilen. Christiaan stelde mij gerust, we moeten eerst afwachten wat ze in het ziekenhuis zeggen.

Afdeling neonatologie

Met de lift naar de tweede verdieping en uit de lift naar links. We moesten op een knop drukken om de deuren te openen. De deuren gingen langzaam open. Daar liepen we dan, op de kinderafdeling. We meldde ons en we kregen een kamer aangewezen. We kregen uitleg en er werd gelijk verteld dat papa ook mocht blijven. Wat was ik blij, ik bleef huilen, maar ik was blij. De vraag of Christiaan mocht blijven hoefde ik niet eens te stellen. In het kleine kamertje stond een ziekenhuisbed voor mij, een kleine kast, een verschoontafel met weegschaal, een open couveuse met een lamp daarboven en daarachter een ontzettend groot medisch apparaat met snoeren en lampjes. Ik was onder de indruk en bang. Voor Christiaan werd een stretcher naar binnen gereden. Isabella moest uitgekleed worden en onder de lamp gelegd worden. Door deze behandeling zou ze beter worden en na een paar dagen zou haar lever zelf werken. Dan ging de lever zelf alles ‘‘verschonen’’.

mama laura terug naar het ziekenhuis

Ik vond het vreselijk

Er werd weer bloed geprikt. Het traject werd besproken en we mochten alles vragen. Dus ook: wat als het niet zou helpen? We schrokken van de laatste oplossing, bloedtransfusie. Daar gingen we totaal niet vanuit, maar we schrokken wel. Straks komt het wel zover. Op dat moment gaan de slechte scenario’s door je hoofd heen. We vertelde nog dat haar sleutelbeentje gebroken was, hoe moet dat dan onder de lamp? Zonder enig support? Voor alles was een oplossing, gelukkig maar. We legde haar neer in de open couveuse. Ze had een veel te grote luier aan en ze kreeg een ‘zonnebril’ op. Ik vond het vreselijk om haar zo te zien. Zo klein, nieuw op deze wereld, onbekend op deze wereld en dan word je geblinddoekt. Ik voelde me hulpeloos en bedacht me hoe Isabella zich zou moeten voelen.

“Ik was net bevallen? Daar merkte ik niets van.”



Ik wilde haar alleen maar bij me houden

De lampen gingen aan en het kamertje werd verlicht. Ik kon alleen maar naar haar kijken en huilen. Daar lag ze dan… Gelukkig huilde ze niet en was ze rustig. Ik denk dat ze het wel lekker vond onder de warme lamp. De kinderarts, die haar na de bevalling had gecontroleerd, kwam nu ook langs. Ik zag in zijn ogen dat hij baalde voor ons. Hij vertelde dat er elke ochtend bloed geprikt zou worden om te kijken of haar waardes daalde. De uitslag van de tweede bloedtest was binnen en de waardes waren hoog. Dat ze daar lag was alleen maar goed voor haar, maar dat was mijn pasgeboren dochter. Ik wilde haar alleen maar bij me houden en tegen me aan hebben.

Het voelde niet alsof ik net bevallen was

Voor haar voeding mocht ze er even uit en wat was dat fijn om haar vast te houden. We moesten elkaar nog leren kennen. Het fijne, van haar vast houden, werd al snel vervangen door de gedachten dat ze weer zo snel mogelijk onder de lamp moest. We hadden maximaal 30 minuten voor de voeding en om even knuffelen. Dan moest ze weer onder de lamp. Wij kende haar nog niet en hierdoor voelde het alsof ze er alleen voor stond. Elke keer als ik naar haar keek, begon ik weer met huilen. Ik vond het zo erg voor haar.

Ik was net bevallen? Daar merkte ik niets van. Ik had geen tijd om aan mijzelf te denken. Gelukkig had ik Christiaan. ‘Ga nou maar even douchen, ik kom je zo helpen’ zei hij dan lief. Onder de douche kon ik alleen maar huilen. Als ik naar mijn lichaam keek, zag ik geen dikke buik meer waar ons kindje in zat. Ze lag daar, helemaal alleen. Het bloed spoelde door het doucheputje. Ik keek hier gedachteloos naar. Niets van dit alles was van mij, het voelde niet alsof ik net bevallen was van het meest mooiste meisje van de wereld.

mama laura terug naar het ziekenhuis

Een emotionele rollercoaster

De volgende ochtend werden we gewekt door een dame van het laboratorium, weer bloedprikken. Deze keer werd het mij allemaal teveel. Huilend pakte ik mijn spullen om weer te schuilen onder de douche. Na 2 dagen mocht de lamp uit! Wat waren wij blij. Dat betekende alleen nog niet dat we naar huis mochten… Isabella was zo verzwakt door de bilirubine dat ze haar voeding niet goed dronk. Aan de borst was zo stressvol voor ons beide. Door het gebroken sleutelbeentje was het aanleggen geen makkie. Ik besloot om te blijven kolven en om het met de fles te geven. In het ziekenhuis waren ze erg pro borstvoeding en daar werd ik ontzettend onzeker van. Blijkbaar was het voor ons beide niet iets makkelijks, maar ik bleef het proberen! Voor ons werd het leegdrinken van het flesje een strijd, hoe eerder ze het leeg zou drinken, hoe sneller we thuis waren.

“De nachten vond ik vreselijk.”

Zoveel emoties

Christiaan zou die maandag weer gaan werken, hij was dan een week vrij geweest. Het ergste was geweest, dachten we, dus hij kon prima weer aan de slag gaan. Met Christiaan aan mij zij voelde ik me thuis en veilig. Nu ging hij weg, naar huis, zonder Isabella en mij. Ik heb zoveel aan emoties gevoeld. Mijn emoties schoten elk moment van 0 naar 100. Omdat Isabella haar fles niet leeg dronk kreeg ze uiteindelijk een sonde. Ze merkte er niks van en het hielp haar om aan te sterkten. Om de 3 uur werd er een flesje gebracht en wat ze dan over had kreeg ze via de sonde. Elke voeding ging moeizaam en het enige waar ik nog op gefocust was, was die fles. Als ze haar flesje leeggedronken had stuurde ik trots een foto naar Christiaan.

Alles ging buiten mij om, het enige wat ik moest doen was kolven, Isabella verschonen en voeden. Hierdoor had ik geen ritme en werd ik nog onzekerder. Thuis moest ik toch echt alles zelf doen. Dames van de nachtdienst wilden mij helpen door de voeding van 03:00 uur gelijk door de sonde te doen. Ik kon dan lekker doorslapen en een beetje bijkomen. Dat heb ik één nacht gedaan, ook al lukte het mij niet om lekker door te slapen. Die nacht kwam de voeding er weer uit bij Isabella. Ik was zo boos, ze hadden de voeding gewoon te snel door de sonde gedrukt. Sommige dames vond ik zo lomp. De nachten vond ik dan ook vreselijk. Ik was blij als deze weer voorbij waren en ik wist dat mijn moeder overdag langs kwam. Ze nam mij even mee naar buiten. Christiaan kwam gelijk uit zijn werk. Mijn gedachtes maakte mij gek. Als er iemand anders op de afdeling naar huis ging werd ik verdrietig, het leek wel of ik jaloers was. Als er weer iemand kwam hoopte ik dat wij eerder naar huis mochten. Erg toch?

“Volgens mij ben ik keihard van die roze wolk afgetrapt.”

Lichamelijk en geestelijk gesloopt

Voor mijn bezoek, wat alleen Christiaan en mijn moeder was, wou ik niet dat ze mij alleen maar huilend zagen. Elke avond en ochtend, onder de douche kon ik even mijzelf zijn, huilend. Maar ik had geen tranen meer. Ik was echt kapot, lichamelijk en geestelijk gesloopt. Ik had besloten om niet meer te denken. De dagen duurde zo te lang. Ondertussen belde de kraamhulp elke dag. Ik had geen behoefte aan contact buiten Christiaan en mijn moeder. De kraamhulp moest nog door ons papieren laten tekenen en inleveren, natuurlijk wilde ze ook weten hoe het met Isabella ging.

Er werd mij toen ook duidelijk dat, als we thuis zouden zijn, er geen kraamhulp meer zou zijn. Volgens mij ben ik keihard van die roze wolk afgetrapt. Daardoor had ik ook geen behoefte aan visite. Moest ik elke keer hetzelfde verhaal vertellen? Moest ik een rondleiding geven in onze veel te kleine kamer? Moest ik vertellen hoe het met mij ging? Het lukte mij niet om te vertellen wat er aan de hand was. Zo energieloos was ik en als ik het dan vluchtig vertelde, leek het alsof ik het over het kind van een ander had. De kamer was denk ik 10 vierkante meter, geen plek voor visite dus. Hoe het met mij ging? Ik had zelf geen eens een idee, laat staan dat ik dat aan een ander moest vertellen.

mama laura terug naar het ziekenhuis

Ik werd zo moe van mezelf

Ik ben één avond even naar huis gegaan, ik mocht niet thuis slapen, wat ik ook niet zou kunnen zonder Isabella. Maar ik had zo een behoefte aan mijn eigen douche. Even een wasje aanzetten en even met de kat kroelen. Thuis pakte ik ook nog even wat spulletjes die ik mee wilde nemen voor in het ziekenhuis. De bedoeling was dat ik lekker de tijd zou nemen, dat zeiden ze ook in het ziekenhuis. ‘Doe maar rustig aan, we houden haar in de gaten’. Binnen recordtijd was ik klaar met wat ik wilde doen, ik wilde weer zo snel mogelijk naar het ziekenhuis toe. Zodra ik het ziekenhuis zag begon in weer te huilen, ik werd zo moe van mezelf. Het zou goed komen met haar en dat wist ik. Waarom ik huilde? Dat wist ik zelf ook niet meer, waarschijnlijk omdat ik er gewoon doorheen zat.

We stonden in de lift met twee mensen die net gerookt hadden. Beide mensen hadden een rek in hun hand waar een zakje vocht aanhing, van binnen grinnikte ik. De vrouw keek naar mij, ik had een voedingskussen in mijn hand. ‘Zo, wat spannend! Gaat het beginnen?!’ vroeg ze. ‘Het is al gebeurt’ antwoordde ik. Semi ongemakkelijk was het wel. De mensen stapte uit en zeiden ons gedag. Ik bekeek mezelf in de spiegel die in de lift hing en vroeg Christiaan ‘Zo dik ben ik toch niet meer? Of zie ik er echt nog vol zwanger uit?’. We hebben gelachen, even goed gelachen.

“Eindelijk zag ik de echte Isabella.”

Een stapje dichterbij huis

Isabella begon gelukkig steeds beter te drinken. Elke voeding schreef ik op. Zo kon ik bijhouden hoeveel ze op een dag dronk en of de hoeveelheid al genoeg was. Naar mijn idee dronk ze nog steeds niet voldoende om de sonde eruit te halen. Toch mocht de sonde eruit! Wat een opluchting was dit, weer een stapje dichterbij huis. Ze was een week oud en ik kende haar niet zonder sonde. Ik had haar vast toen de sonde werd verwijderd. Ik kon alleen maar kijken naar Isabella, wat is ze mooi. Eindelijk zag ik de echte Isabella. Ze leek op een klein kaboutertje. De plakresten van de pleister zat aan haar gezichtje vast geplakt.

De meeste dames van de afdeling had ik inmiddels wel gezien. Ze kwamen naar mij toe als hun dienst was afgelopen en dan vertelde ze dat ze een paar dagen vrij zouden zijn. ‘Maar als ik weer werk, zie ik jullie vast niet meer, dan zijn jullie lekker thuis’ werd er gezegd. Dit werd door alle 3 de dames op 3 verschillende dagen gezegd. ‘Dit kan dus niet meer lang duren’ dacht ik, als zij het zeggen. Ik ben uiteindelijk 2 van de 3 dames weer tegen gekomen tijdens hun dienst. Er werd geklopt ‘Hoi, ben je nog wakker? Ik zag je nog op de lijst staan, dus ik kom even gedag zeggen. Ik dacht echt dat ik jullie niet meer zou zien’ werd er gezegd door mijn favoriete verpleegkundige. Aan de ene kant was ik blij om haar te zien, ik wist dat de nacht goed zou verlopen. Aan de andere kant wilde ik niet meer horen ‘ik ga jullie niet meer zien’. Dat gaf me zoveel hoop.

mama laura terug naar het ziekenhuis

Hoe doe ik mijn kind in bad?

Isabella hadden we thuis nog geen één keer in bad gedaan, om haar armpje te ontlasten. Dit vertelde ik aan de verpleegkundige. ‘Voordat we naar huis mogen, moet ik misschien nog wel een spoedcursus krijgen.’ ‘Hoe doe ik mijn kind in bad?’ ‘Dat gaan we regelen’ zei ze direct. Omdat Isabella niet meer in de couveuse lag, maar in een plexiglas wiegje, konden we haar naar het bad toe rijden. In het kamertje waar baby’s voor een langere periode lagen waren badjes. Hier mochten wij Isabella in bad doen en kon de verpleegkundige ons helpen waar nodig was en de andere kindjes in de gaten houden. Hier kregen wij even een reality check. Hoe verdrietig wij ook waren en hoe erg wij het ook voor Isabella vonden, wij wisten dat ze uiteindelijk mee ging naar huis. Hier lag een kindje wat misschien wel nooit mee naar huis ging. Christiaan en ik keken elkaar aan, ja, zo kan het ook…

“Na 9 dagen ziekenhuis mochten we eindelijk naar huis!”

Tranen van geluk!

Na 9 dagen in het ziekenhuis geweest te zijn mochten we eindelijk naar huis! Ik was Isabella haar fles aan het schoonmaken in de keuken van het ziekenhuis (ik mocht op plekken komen) toen ik opeens de verpleegkundige aan hoorde komen. Ze zag mij staan en ze vertelde haar collega: ‘Ik ga Isabella naar huis sturen, ze is er klaar voor’. Ik liet haar fles in de spoelbak vallen en begon te huilen. Ik had weer tranen, dit waren tranen van geluk! Christiaan hoorde mij huilen en kwam gelijk uit onze kamer gelopen. ‘We mogen naar huis!’ en ik pakte hem stevig vast.

Praten is het allerbelangrijkste

P.s. Voor alle ouders die in het ziekenhuis zijn en/of moeten vanwege geelzien/bilirubine, het komt goed! Hoe machteloos je je soms ook voelt. Praten is het allerbelangrijkste. Denk ook aan jezelf tijdens de kraamweek! Hoe moeilijk dat misschien ook is. Ga even naar buiten, vraag of iemand wat eten komt brengen of om gewoon even tegen iemand te kunnen zeuren. Doe alleen waar je jezelf goed bij voelt en durf nee te zeggen als je iets niet wilt! Ik deelde mijn emoties op Intagram (@laurafroger_) hier kon ik het van mij afschrijven en dat had ik nodig. Mensen reageerde erg lief en dat deed mij ontzettend goed.

Heb je dit ook meegemaakt? Ik ben heel benieuwd hoe je ermee omging! Over mijn kraamweek die dan eindelijk van start ging en de controles in het ziekenhuis, lees is je in mijn volgende blog.

Liefs, Laura

15 Reacties

Meer Gastblogs